Het afgelopen jaar postte ik zo’n twee keer per week een stukje op LinkedIn. Het merendeel van die posts kreeg bijval, een bergje likes en hier en daar een reactie.
Maar laten we eerlijk zijn, soms heb je ook weleens een misser. In mijn geval klopte er iets niet in één van mijn posts. Lang verhaal kort: De post kreeg superveel reacties, wat natuurlijk voor mijn ego niet écht lekker was. Meer en meer mensen vertelden me namelijk dat mijn informatie niet klopte. Ik kreeg zelfs DM’s van mensen die me vertelden dat mijn bron niet betrouwbaar was. Shit… Zat ik dan met mijn leuke post die nog net niet viral ging, zoveel reacties.
Ik zocht het uit en moest mijn foutje dat ik had gemaakt natuurlijk rectificeren. Achteraf bleek dat ik onbedoeld gebruik had gemaakt van Cunningham’s Law…
Wat is Cunningham’s Law?
Cunningham’s Law is een principe vernoemd naar Ward Cunningham, een pionier op het gebied van programmeren en de uitvinder van de eerste wiki. Hij stelde dat de beste manier om het juiste antwoord op internet te krijgen, niet is door een vraag te stellen, maar door het verkeerde antwoord te posten.
Mensen corrigeren liever dan dat ze een vraag beantwoorden
Kijk, dat sneed wel hout toen ik dit las. Cunningham suggereert dat mensen eerder geneigd zijn een vraag te corrigeren en het juiste antwoord te geven als ze eerst een onjuist antwoord zien, in plaats van gewoon een vraag te stellen zonder enige informatie te verstrekken.
Waarom zijn we van die wijsneuzen?
Als ik dus gewoon een vraag stel, krijg ik minder reacties dan wanneer ik een fout antwoord post. Of in mijn geval: een verhaal dat niet klopte. Waarom we het fijn vinden om de wijsneus uit te hangen?
Dat komt omdat we eerder geneigd zijn bij te dragen aan een gesprek als we het gevoel hebben dat we iets waardevols toevoegen of als we een fout kunnen corrigeren. Het verhoogt onze status als wij iets beter weten dan een ander. We zien dat ook weer terug in de piramide van Maslow. Volgens Maslow hebben alle mensen ter wereld hier behoefte aan. En hoewel dat nooit een wetenschappelijk bewezen model is gebleken, herken je het wellicht. Status verkrijgen of bijdragen aan de groep, voelt fijn.
Hoe gebruik je Cunningham’s Law in je marketing?
Nu je dit weet, herken je het snel op verschillende social media én kun je het zelfs toepassen in je eigen marketing of je social media strategie.
- Post met opzet iets dat niet klopt en wacht totdat de reacties binnendruppelen.
- Je kunt ook je post beginnen met een foutieve aanname, om hem daarna om te buigen naar jouw eigen statement. Het is een trucje dat veel wordt toegepast op social media.
- Plaats onvolledige informatie en vraag je volgers om jouw content aan te vullen of te corrigeren. Dit stimuleert de betrokkenheid en volgers doen dit eerder omdat je zelf al een beginnetje hebt gemaakt.
Reageer niet te snel wanneer je fouten ziet…
Je weet nu dat het een natuurlijke reactie is om anderen te verbeteren wanneer je foutjes ziet. Het voelt ook lekker, laten we eerlijk zijn. Als jij een foutje uit het werk van iemand anders haalt. Je voelt je op zo’n moment even superieur aan de ander.
Toch heeft het ook nadelen om een ander te corrigeren, zeker op social media. Het kan bijvoorbeeld agressief of confronterend overkomen. Je wordt niet altijd sympathiek gevonden door anderen na zo’n actie, omdat de plaatser jou vaak helemaal niet persoonlijk kent. Daarnaast ontmoedigt het de ander ook vaak. Het haalt het plezier van proberen een beetje weg als je wordt gecorrigeerd. Denk dus twee keer na over hóe je iemand corrigeert. Dat kan ook op een respectvolle en constructieve manier.
